Het college treft voorlopig geen extra maatregelen om meer Schiedammers gebruik te laten maken van de energietoeslag. Het kabinet kwam dit voorjaar met een speciale toeslag om de energieprijzen voor mensen met een laag inkomen te compenseren. Schiedammers met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum hebben recht op een bedrag van 1300 euro. Het college Schiedam onderneemt voorlopig geen extra stappen om die groep uit te bereiden.

Schiedammers met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum kunnen eenmalig een bedrag van 1300 euro aanvragen ter compensatie van de hoge energieprijzen. Zij kunnen hiervoor terecht bij Stroomopwaarts. Verschillende gemeenten, waaronder Rotterdam, hebben het percentage opgehoogd tot 140 procent van het sociaal minimum. Daarmee wordt een grotere groep mensen, die dreigt in de financiële problemen te komen, geholpen.

Schriftelijke vragen

Ruim een maand geleden trok de oppositie aan de bel. Aan de hand van schriftelijke vragen vroeg GroenLinks of het percentage van 120 procent opgerekt kon worden naar 130, of misschien wel 140 procent. In de beantwoording van die vragen laat het college nu weten dat daar geen ruimte voor is. 

Het college is vooralsnog niet bereid om de doelgroep voor de energietoeslag uit te bereiden. Volgens het college staan ook de gemeentelijke financiën onder druk: “De energietoeslag biedt nu verlichting aan de groep inwoners die dit het hardst nodig hebben. Als blijkt dat het budget van het Rijk ruimte biedt om de doelgroep uit te bereiden, zullen wij daar samen met Stroomopwaarts en de gemeente Maassluis en Vlaardingen een voorstel voor doen.”

Te laat

Volgens Serkan Kılıçkaya (GroenLinks), indiener van de vragen, heeft de oppositie lang moeten wachten op antwoorden van het college. Hij is verbaasd dat het zo lang heeft geduurd voordat er een reactie kwam. “Ik vraag me echt af hoe dit kan, volgens het Reglement van Orde moeten ze binnen 30 dagen deze schriftelijke vragen beantwoorden of met een bericht komen van uitstel. Ik heb deze antwoorden nu net een uur.”

Kılıçkaya geeft aan nog niet te kunnen zeggen wat de vervolgstappen zijn van de partij, nu hij antwoord heeft op de vragen. Wel geeft hij aan dat hij de verlate reactie van het college ‘niet netjes’ vindt. “We hebben erg kort de tijd om ons nu voor te bereiden. We hebben slechts een week om iets in te dienen. Als raadslid heb ik verschillende instrumenten die ik zou kunnen inzetten zoals het indienen van verdere schriftelijke vragen of een motie vreemd aan de orde van de dag. Ik ga dit nu eerst in de fractie bespreken.”